Daar kan ik heel kort over zijn: nee. Die bestaat niet. Dat heeft namelijk de EU bepaalt, door te stellen dat gin minimaal 37,5 % alcohol moet bevatten. Zit er minder alcohol in, dan is het dus geen gin. Het is alleen niet iets waar merken heel veel boodschap aan hebben, want de berichten over “alcoholvrije gin”, “alternatief voor gin” en “niet van echt te onderscheiden” vliegen me om de oren. En daar heb ik een menig over.
De opkomst van non-alcoholische distillaten is echt iets van zeer recente tijden. Sinds Dry January een ding is, worden er in rap tempo alternatieven ontwikkeld voor alcoholische dranken. En toevallig is de gin-tonic de afgelopen jaren erg populair. Hier wordt handig op ingespeeld door (met name) nieuwe merken, door zich als alcoholvrije gin te presenteren. Of hiernaar te hinten door middel van woordspelingen. Handige marketing, maar wat een ongelofelijk teken van zwakte. Maak je een nieuw product, vertel dan gewoon wat je zelf bent en voor wie. Dat het een alternatief voor iemand die geen alcohol wil drinken bijvoorbeeld. Maar zo expliciet de g&t noemen is niets meer dan piggy-back rijden op de g&t golf. Voor die merken daarom: stop daarmee. Geen persberichten (laten) uitsturen waarin je vertelt, dat jouw merk niet van een gin te onderscheiden is, dat het een alternatief is voor gin-tonic, dat gin een kater geeft, dat het een alcoholvrije gin mag worden genoemd (echt, ze worden verstuurd) en ga zo nog maar even door. Als je product zo goed is, laat dan voor zich spreken en geef aan dat het een alternatief is voor alcoholische mixen in general en lekker is voor mensen die toch al geen alcohol drinken.
Op Twitter werd ik aan mij ergernis herinnerd door Martin Reid, mede-oprichter van de The Gin Cooperative en de International Scottish Gin Day. Hij omschreef het ook mooi: “low abv en non-alcoholische merken moeten trots zijn op wat ze hebben gemaakt zonder gin te moeten ‘hijacken'”. Al 3 jaar zie ik met kromme tenen misleidende persberichten en labels voorbijkomen. “VirGIN” op je label zetten is wel de grootste vorm van volksverlakkerij. Het is misleidend en getuigt enkel van ongeloof in eigen kunnen. Ook de combinatie ‘non-alcoholic spirit’ bij dranken onder de 15 % is heel keurig in strijd met de wet. Die is namelijk heel duidelijk en kun je hier lezen (even naar artikel 2 scrollen). Zie je dat dus op een etiket staan, dan weet je dus dat je te maken hebt met een charlatan. Iemand die geen enkel gevoel heeft met de drankenindustrie en geen respect heeft voor de wet. Het product dat in de fles zit is dan waarschijnlijk van een net zo bedenkelijk niveau als de integriteit van degene die het aan je probeert te verkopen.
Ik heb gelukkig ook veel mooie non-alcoholische distillaten voorbij zien komen, die op eigen kracht kunnen varen. Van meerdere distillateurs heb ik gehoord dat het maken van dat product moeilijker was dan een echte gin. Ik interviewde Ben Branson enige jaren geleden. Zijn motivatie om dat merk te maken was puur om een mooi product op de markt te brengen voor zij die geen alcohol wilen drinken, maar wel de complexiteit van een spirit willen ervaren. In het kielzog van dit merk en gedreven door opportunisme is een veelvoud aan producten op de markt gebracht, waarvan de meesten eerder een verdunde siroop kunnen worden genoemd. Voor alle merken die op eigen kracht varen: chapeau. Jullie eigen identiteit en denkwijze is belangrijk om te benoemen, dus bij dezen!
Aan iedereen die wel eens schrijft over dranken: noem iets dat non-alcoholisch is in je publicatie nooit gin of een alternatief voor gin. Daarmee blijf je de misvatting in stand houden, terwijl die juist moet worden weggenomen. Het enige dat je doet is helpen halfbakken producten te verkopen die het niet met een eigen verhaal kunnen redden.
Rant over.