The Beast Of Dufftown is niet een bijnaam die je zomaar krijgt. De single malts van Mortlach worden op een bijzondere manier gemaakt die een zeer stevige whisky oplevert: vlezig en complex, iets dat je niet meteen bij Speyside whisky’s verwacht. Jarenlang werden deze echter enkel gebruikt voor de blends van Johnnie Walker, maar nu zijn deze in verschillende bottelingen te krijgen.
Foto’s: Ilso van Dijk voor Mortlach
De geschiedenis van Mortlach begint in 1823, als James Findlater, Alex Gordon en Donald Mackintosh als eersten in Dufftown een vergunning aanvragen om te distilleren. De distilleerderij verandert in de jaren daarna meerdere malen van eigenaar en zelfs van functie. Een van de eigenaars gebruikt de stills in z’n eigen distilleerderij (heel sympathiek) en Mortlach wordt even een brouwerij en zelfs een kerk. Als in 1850 John Alexander Gordon en James Cowie de distilleerderij weer nieuw leven inblazen begint het voor Mortlach pas echt. In 1896 komt, waarschijnlijk, George Cowie Jr. met het idee om een buitengewoon complex systeem te ontwerpen om de whisky mee te produceren. Leest u maar even mee.
Bij het produceren van single malt whisky wordt gebruik gemaakt van een wash still en een spirits still. Bij die eerste komt de wash binnen, zeg maar een soort bier met 7 % alcohol. Dit wordt gedistilleerd tot zo’n 24 % en daarna in de spirits still naar 72 % alcohol. Normaal staan deze altijd keurig in lijn met elkaar, maar bij Mortlach wordt hier een ander proces gevolgd. Alleen wash still No 3 en Spirits Still No 3 vormen een zgn. tandem. De low wines van wash stills No 1 & 2 worden gesplitst. De eerste 80 % van beide runs gaat naar Spirit Still No 2. De andere 20 % van beiden, de feints gaan naar Spirit Still No 1, die ook wel de Wee Witchie wordt genoemd. Deze laatste distilleert deze feints drie keer, waarvan enkel de middle cut wordt gebruikt. Of eigenlijk 2.81 keer, zoals Mortlach zelf zegt.
Tegelijk lopen alle stills relatief snel. Hierdoor is weinig tijd voor de alcoholdamp om in contact te komen met het koper van de ketel, de lyne arm of de worm tub. Door het gebrek aan invloed van het koper is het resultaat een smaak vol sulfer en ‘meatiness’, waar de Wee Witchie veel aan bijdraagt. Dit bijzondere karakter van de whisky heeft ervoor gezorgd dat het een veelgevraagde malt is om te gebruiken in blends. Door een uitbreiding van de distilleerderij is nu de mogelijkheid gekomen om de whisky’s van Mortlach weer los te proeven.
Onlangs was de lancering van deze range in Vault Bar van het prestigieuze Waldorf Astoria, Amsterdam. Hier mochten we genieten van de 12, 16 en 20 jaar oude versies. Deze waren voor de gelegenheid ook nog eens tot cocktail verwerkt èn met begeleidend hapje van Sidney Schutte, de executive chef van Goldfinch**. Heel erg goed dus.
Mortlach 12 years – The Wee Witchie – 43,4 %
Dit is de originele bottelingssterkte van Mortlach van begin 1900. Deze single malt heeft zowel bourbon als sherryvaten van binnen gezien. Hier komt gedroogd en vers fruit mooi in balans met tonen van vanille.
De 12 years koop je bijvoorbeeld hier.
Mortlach 16 years – The Distiller’s Dram – 43,4 %
De 16 jaar heeft een volledige rijping op sherryvaten ondergaan, zowel van Europese als Amerikaanse herkomst. De complexiteit ervan is opvallend. In de neus rozijnen en gestoofde appeltjes, kaneel en bruine suiker met donkere chocolade. In de mond: gedroogd tropisch fruit, pure chocolade, sultana’s, bessen en zwarte peper met een hintje mint. En die afdronk! Lang, met dat vlezige karakter (als je ‘m proeft snap je wat ik bedoel).
De 16 years koop je bijvoorbeeld hier.
Mortlach 20 years – Cowie’s Blue Seal
In 1973 verbouwde de dochter van Alexander Cowie hun woonhuis, waar ze een paar dozen uit de private stock van haar vader vond. Deze waren voorzien van een mooi blauw lint, maar verder was het totaal onbekend hoe deze whisky was opgebouwd en hoe oud die was. Met deze 20 jaar oude Mortlach heeft de master blender deze whisky nagebouwd.
Deze expressie heeft een vrijwel volledige rijping op Amerikaans eiken sherryvaten ondergaan, aangevuld met wat refill van Europees eiken. Ook komt de whisky in de mond meer tot leven dan in de neus. Waar de 16 jaar oud heel spannend is in de neus, blijft de 20 wat achter, maar die maakt het bij het proeven helemaal goed. Sinaasappelmarmelade, honing, munt, appel en peer. De afdronk is wat droger, met tonen van sherry-noterigheid, vanille en honing.
De 20 years koop je bijvoorbeeld hier.